Hoewel de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens haar zeventigste kaarsje vorig jaar uitblies, is ze nog steeds brandend actueel. Het precaire evenwicht van artikel 3 is hiervan een mooie illustratie. Dit artikel bepaalt namelijk dat iedereen recht heeft op leven in vrijheid en in veiligheid. Het recht op vrijheid houdt in dat elke persoon het recht heeft om niet beperkt te worden in zijn doen of laten.
In essentie omvat dit alle vrijheden zoals we ze klassiek kennen: de vrijheid van beweging, de vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, het recht om vrij te zijn van discriminatie etc… Het recht op veiligheid wil zeggen dat onze persoonlijke integriteit moet beschermd worden. Overheden hebben de plicht om ons te beschermen, zowel tegen geweld gepleegd door anderen, als tegen geweld gepleegd door de overheid zelf.
Het is geen toeval dat deze rechten samen in hetzelfde artikel worden opgesomd. Vrijheid en veiligheid gaan namelijk hand in hand. Of beter nog, ze versterken elkaar. Een veilige omgeving zorgt er voor dat mensen zich ten volle kunnen ontwikkelen en van hun vrijheden kunnen genieten. Zo leert de geschiedenis ons dat een samenleving in conflict geen recht op onderwijs, op vrije meningsuiting of vrije vereniging garandeert. Omgekeerd leidt een vrije samenleving ook tot een leven in veiligheid. Een samenleving die vrij is, is namelijk de beste garantie tegen machtsmisbruik door overheden. Willen we onze democratie sterk houden, moeten we dit evenwicht tussen vrijheid en veiligheid bewaren.
Vrijheid en veiligheid gaan hand in hand
Momenteel heerst er jammer genoeg een trend in onze samenleving om vrijheid en veiligheid als tegenpolen te zien. In tijden van terreur lijken we collectief te aanvaarden dat we onze vrijheid moeten opgeven om veilig te kunnen zijn. Zo worden we meer en meer geregistreerd op camerabeelden, worden gegevens over al onze telefoongesprekken een jaar bewaard en moeten we binnenkort allemaal een vingerafdruk op onze identiteitskaart laten registreren. Het aantal plaatsen in gesloten centra voor vreemdelingen is gestegen. Mensen – sinds deze zomer zelfs kinderen – worden opgesloten zonder dat ze een misdrijf hebben gepleegd of een aantoonbaar gevaar vormen voor onze veiligheid. Vrijheden worden ingeperkt, zonder dat aangetoond is dat deze maatregelen effectief leiden tot meer veiligheid.
De Liga voor Mensenrechten hoopt dat we snel dit evenwicht tussen vrijheid en veiligheid terug vinden. We doen hiertoe een warme oproep in ons rapport “Mensenrechten houden ons vrij en veilig”. Het plaatsen van een camera op elke hoek van de straat zal leiden tot een massa-instroom van camerabeelden. Daardoor kan onmogelijk de naald in de hooiberg gevonden worden, wat uiteindelijk zelfs tot minder veiligheid leidt. Zo kan vrijheidsberoving enkel wanneer de veiligheid dit écht vereist. Kinderen vormen geen bedreiging voor de veiligheid. Ze hebben daarentegen nood aan veiligheid. Gezinnen moeten daarom niet opgesloten worden, maar wel op een menselijke manier worden voorbereid op terugkeer. We doen er dus goed aan om dit evenwicht te koesteren bij iedere nieuwe maatregel die we willen treffen. Op deze manier zijn vrijheid en veiligheid geen tegenpolen, maar horen ze terug bij elkaar zoals yin en yang.