De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het is een hele mondvol. Er zijn hele bibliotheken over vol geschreven, duizenden speeches over gegeven en eindeloze opiniestukken over gepubliceerd. Dat is meer dan terecht. De Universele Verklaring is niet minder dan een moreel kompas dat al 70 jaar ons samenleven lokaal, nationaal en internationaal mee vorm geeft.
Met zo’n lange geschiedenis is het goed om ook geregeld terug te keren naar de essentie, naar het hart van de mensenrechten.
De Universele Verklaring omvat 30 artikels. 30 mensenrechten zo je wil. Artikel 1 van de Verklaring vat de essentie, het hart van mensenrechten, eigenlijk samen. De eerste zin van Artikel 1 luidt: “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren.” En eigenlijk zijn de twee eerste woorden van het eerste artikel genoeg om te zien waar het hart van de mensenrechten klopt: “Alle mensen”.
Alle mensen dus. Mensenrechten gaan niet alleen over pacten, hoogdravende verklaringen en instellingen, maar in de eerste plaats over mensen. Mensen zoals jij en ik. Mensenrechten gaan over onze vrijheid, veiligheid, identiteit en welzijn.
Over ons recht op privacy, ons recht op bescherming tegen geweld en mishandeling, ons recht op vrije meningsuiting, het recht op onderwijs voor onze kinderen,...
Mensenrechten gaan over Vitalina, die in Oekraïne strijdt voor holebi-rechten. Over de Syriër Mustafa die vorige winter in het Griekse vluchtelingenkamp Moria omkwam van ontbering.
Of over Miguel die in Spanje door de harde besparingspolitiek geen medicijnen en doktersbezoek meer kan betalen. We moeten mensenrechten dus persoonlijk nemen, want mensenrechten gaan over mensen.
We moeten mensenrechten persoonlijk nemen
Het allereerste woord van het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is 'alle'. Dat mensenrechten er zijn voor álle mensen is essentieel.
Elk mens heeft het recht om mens te zijn, eender waar, eender wanneer, wie zij of hij ook is. Elk mens heeft recht op vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid. Dat is het ‘universele’ aan mensenrechten.
Mensenrechten kennen dus geen wij en zij. Mensenrechten zijn niet compatibel met een verdelend discours. Als we mensen gaan verdelen in categorieën van zij die rechten hebben en zij die minder of geen rechten hebben, vreten we aan het hart van de mensenrechten. Mensenrechten drijven dus op solidariteit. Mensenrechten erkennen elk mens als individu, maar wijzen tegelijk op verbondenheid, wederkerigheid en gelijkwaardigheid.
'Alle mensen' vat de essentie van mensenrechten. Mensenrechten zijn niet van een happy few, niet van deze of gene. Mensenrechten kennen alleen maar een ‘wij’. En mensenrechten zijn van ons. Van ons allen.
Over Wies De Graeve
Wies De Graeve is directeur van Amnesty International Vlaanderen. Hij volgt internationale en Belgische mensenrechtenkwesties, maakt ze zichtbaar en zet zo mee regeringen en bedrijven onder druk. Zijn pas verschenen boek Het recht om mens te zijn is een vurige ode aan de mensenrechten. Aan de hand van 7 thema’s toont hij aan hoe de mensenrechten levens veranderen.
We moeten mensenrechten persoonlijk nemen