Ondernemingen die gemiddeld minstens 50 werknemers tewerkstellen, moeten een comité voor preventie en bescherming (CPBW) oprichten. Vanaf 100 werknemers moet er ook een ondernemingsraad (OR) worden ingericht. Wanneer een onderneming onder de drempel van 100 werknemers zakt, zal de OR behouden blijven, maar zullen de leden van het CPBW automatisch worden aangesteld als de leden van de OR.
De ondernemingen van de privésector die deze drempels halen, zullen tussen 11 en 24 mei 2020 sociale verkiezingen moeten organiseren. Hierbij wordt de ‘onderneming’ gedefinieerd als de ‘technische bedrijfseenheid’ op basis van economische en sociale criteria. In een volgende nieuwsbrief komen we hierop terug. Sommige werkgevers proberen behendig onder de drempel van 50 of 100 werknemers te blijven. Let dus goed op, zeker als je bedrijf nog nooit verkiezingen heeft georganiseerd, of als de drempel van 100 werknemers in zicht komt.
Wie telt mee?
Alle werknemers met een arbeidsovereenkomst of een leercontract, dus ook de leidinggevenden met een arbeidsovereenkomst. Ook de uitzendkrachten tellen mee, voor zover ze geen vaste werknemers vervangen. De werknemers met een vervangingsovereenkomst tellen dan weer niet mee voor het bepalen van de drempel.
Hoe worden werknemers geteld?
Om te vermijden dat de oprichting van een CPBW en/of OR zou afhangen van een momentopname, houdt men rekening met de evolutie van de tewerkstelling over een langere periode. Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst liep die ‘referte’-periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019. Voor de uitzendkrachten die geen vaste werknemer vervangen liep die periode van 1 april 2019 tot en met 30 juni 2019.
Om de gemiddelde personeelsbezetting te berekenen gaat men voor elke werknemer na hoeveel dagen zij/hij ingeschreven is in het DIMONA-systeem tijdens de referteperiode. Via de DIMONA-aangifte deelt een werkgever aan de Rijksdienst voor Sociale zekerheid mee dat een werknemer bij hem in dienst treedt of uit dienst gaat. Door het aantal ingeschreven dagen te delen door 365 verkrijgt men voor elke werknemer het tewerkstellingsaandeel. Bij deeltijdse werknemers wier uurrooster minder dan drie vierden bedraagt van het voltijdse uurrooster, wordt het aantal ingeschreven dagen nog eens gedeeld door twee. Bij uitzendkrachten wordt het aantal dagen dat ze tijdens het refertetrimester ingeschreven zijn in het register voor uitzendkrachten gedeeld door 92.
Het gemiddelde aantal werknemers bedraagt 78,7. De onderneming zal het CPBW en de OR moeten hernieuwen. in dit geval (minder dan 100 werknemers) moet men niet overgaan tot de verkiezing van de leden van de OR. Hun mandaat wordt uitgeoefend door de verkozenen van het CPBW.
Deze telling van de werknemers is niet echt eenvoudig. Zoals je weet werd ze afgesloten op 30 september 2019. Vanaf nu kun je dit punt dan ook op de agenda van de OR of het CPBW zetten. Doe dat zeker als je vragen hebt bij de telling.