‘De directie beseft dat voortdurende innovatie zeer belangrijk is’
Op woensdag 6 februari reikte werkgeversfederatie Agoria voor de vijfde keer de ‘Factory of the Future Awards’ uit. Met deze prijs worden maakbedrijven bekroond die volop de kaart trekken van technische, sociale en ecologische innovatie. Het gaat dus om ondernemingen die een voortrekkersrol spelen in het hele industrie 4.0-verhaal en kunnen dienen als navolgbare inspiratiebron voor andere bedrijven.
Onder de tien nieuwe fabrieken die een award in ontvangst mochten nemen, zijn zes metaalbedrijven: BMTAerospace, RF Technologies, Materialise, ruitenwisserproducent Bosch (Tienen), batterijfabriek Duracell (Aarschot) en lichtsturingsbedrijf Niko (Sint-Niklaas). Zij mogen zich vanaf nu een echte ‘fabriek van de toekomst’ noemen! Omdat we graag wilden weten wat dat nu in de praktijk betekent, gingen we eens luisteren op Niko. We spraken met Ann Verdonck (syndicaal afgevaardigde op het bedrijf) en Frank Van Dorsselaer (de bevoegde vakbondssecretaris).
Dag Ann en Frank. Eerste vraag: is Niko een terechte ‘Fabriek van de Toekomst’?
Frank: Niko is een innovatief en modern bedrijf, dat sterk de kaart trekt van industrie 4.0. Op dat vlak doen ze het zeer goed en verdienen ze die award. Veel bedrijven focussen alleen maar op de loonkosten en investeren te weinig in innovatie. Daardoor verliezen ze terrein op internationaal vlak. Niko doet dat gelukkig niet en beseft dat voortdurende innovatie zeer belangrijk is.
Ann: Het bedrijf is ook fier dat ze die prijs gekregen hebben, want ze zijn daar toch al een aantal jaren mee bezig. In elke afdeling werd de mededeling uitgehangen dat Niko vanaf nu een echte ‘Fabriek van de Toekomst’ is. We hebben trouwens ook allemaal cupcakes gekregen om dat te vieren. Maar oké, op vlak van digitalisering, industrie 4, enzovoort heeft het bedrijf wel degelijk grote inspanningen geleverd.
Naast het technische aspect is ook de zogenaamde innovatieve arbeidsorganisatie belangrijk om een echte Fabriek van de Toekomst te kunnen zijn. Wanneer het daarover gaat, komen we vaak terecht bij zelfsturende teams. Hoe zit dat op Niko?
Ann: Bij ons zijn er zelfsturende teams, nog niet in alle afdelingen maar wel al in de productie en in de montage-afdeling. Ik werk zelf in zo’n team en persoonlijk ben ik daar wel voorstander van. Ik zit in een systeem van co-ouderschap en binnen ons team hebben we kunnen regelen dat ik in ‘de dag’ werk als de kinderen bij mij zijn. Ook mijn collega’s kunnen hun uurrooster meer zelf bepalen. Dat is positief. Maar er zijn ook nadelen. Want als je er al team niet uitgeraakt, zorgt dat voor discussies en frustraties.
Frank: Het is inderdaad makkelijker om rekening te houden met individuele wensen van werknemers. Als team kan je onderling zelf afspraken maken over hoe de doelstellingen behaald zullen worden. Ook het verlof wordt door het team zelf geregeld. Dus als dat goed marcheert kan het bijdragen tot een betere balans tussen werk en privé. Maar je moet wel goed overeenkomen met elkaar, anders kunnen –zoals Ann zegt – conflicten ontstaan.
Zien jullie nog andere aandachtspunten wanneer het gaat over zelfsturende teams?
Frank: Je ziet soms dat er een zekere competitie ontstaat tussen de verschillende teams. En dat is natuurlijk niet gezond. Sommigen mensen kunnen ook minder goed mee in zo’n systeem, waarbij je regelmatig andere opdrachten en taken krijgt. De werkdruk wordt niet door iedereen even goed verteerd. Vooral oudere werknemers hebben het moeilijk. Op Niko werken veel vrouwen en vroeger konden zij al op SWT als ze 55 jaar waren. Maar vandaag is dat geen optie meer.
Is dat herkenbaar, Ann?
Ann: Toch wel. Voor oudere werknemers is het niet altijd gemakkelijk. Er moet bijvoorbeeld veel meer met de computer gewerkt worden en er komt ook een stuk planning en administratie bij kijken. Er wordt wel opleiding gegeven maar dat is zeer miniem. Het zou gerust meer mogen. Er zijn mensen die het leuk vinden om meer verantwoordelijkheid en meer uitdaging te krijgen, maar dat is niet voor iedereen zo. Daarvan moeten we ons bewust blijven. We moeten proberen om de positieve punten te versterken en de negatieve zoveel mogelijk te beperken.
Wordt door de zelfsturende teams ook efficiënter gewerkt?
Frank: Ja, de productiviteit is toegenomen. Dat is uiteraard positief, maar die efficiëntie-winsten zorgen niet voor financiële voordelen voor de werknemers. Op dat vlak blijven wij op onze honger zitten.
Ook ecologie en duurzaamheid zijn belangrijk voor een Fabriek van de toekomst. Hoe gaat Niko daar mee om?
Frank: Ook daar heeft het bedrijf aandacht voor. Ze hebben al jaren zonnepanelen liggen en er is een goed fietsplan. Elektrische fietsen worden financieel gestimuleerd. Maar toch kunnen nog belangrijke stappen gezet worden. Van een volledige vergroening is nog lang geen sprake. Het is wel positief dat ze ermee bezig zijn.
Ann en Frank, heel erg bedankt voor dit gesprek!
Metaalbedrijf Niko is een ‘fabriek van de toekomst’
- Gegevens