Ortwin Magnus, ondervoorzitter ABVV-Metaal: “De sector elektriciens is een typische KMO-sector waar veel van onze leden werken in een onderneming zonder syndicale aanwezigheid. Vandaar dat we aanvullend op onze getrapte consultatiestructuur - via onze secretarissen en militanten - gepeild hebben naar de bekommernissen van die leden die we moeilijker bereiken.”
De enquête die plaatsvond per email, kreeg een ruime respons. Daardoor beschikken we over een aantal antwoorden dat representatief genoeg is om besluiten uit te trekken.
De resultaten van de enquête werden ondertussen verwerkt en die geven interessante inzichten in de werksituatie van de elektriciens.
Zo blijkt uit de reacties dat:
- Bijna een derde van de elektriciens meer dan 10 u per dag van huis is;
- Een vijfde van de elektriciens 9 u per dag werkt;
- Meer dan een derde van de elektriciens tussen 2 u en 4 u per dag op de baan is;
- Slecht een kleine 10 % van de elektriciens geen impact van zijn werk op zijn privéleven ondervindt;
- Meer dan 9 op de 10 elektriciens vinden dat het nodig is dat de sector maatregelen neemt om de combinatie arbeid/privéleven te verbeteren;
- Een kwart van de elektriciens minder zou willen gaan werken en tweede derde minder werken zou overwegen, afhankelijk van de voorwaarden;
- Bijna twee derde van de elektriciens het moet doen met 1 dag vorming of zelfs minder;
- 6 op 10 van de elektriciens vinden dat ze te weinig vorming krijgen om de technologische veranderingen in de sector aan te kunnen.
Gevraagd naar andere vaststellingen en suggesties, tonen de elektriciens zich vooral bekommerd om hun loon/koopkracht, een betere planning en vergoeding voor verplaatsingstijd en een regeling voor weerverlet zoals in andere sectoren.
Uit de enquête blijkt een grote nood aan sectorale maatregelen om de werkbaarheid binnen de sector te verbeteren, zoals maatregelen om minder werken aan te moedigen en langer werken aangenamer te maken.
Tegelijk geeft ze aan dat verdere stappen dienen te worden gezet om ervoor te zorgen dat de elektriciens voldoende vorming krijgen om de technologische veranderingen in de sector aan te kunnen.
Ten slotte maakt de enquête ook duidelijk dat een betere vergoeding voor verplaatsingstijd en een regeling voor weerverlet een prioriteit voor de sector dienen te zijn.
Ortwin Magnus: “Het is geruststellend vast te stellen dat onze belangrijkste aandachtspunten (mobiliteit, koopkracht, werkbaar werk) bevestigd worden, en dat we aanvullend ook frisse nieuwe ideeën kregen aangereikt.”
De volgende weken gaat ABVV-Metaal met deze resultaten aan de slag.
De resultaten zullen worden overgemaakt aan de werkgeversorganisaties en mee de basis vormen voor onze eisenbundel voor de volgende sectorale onderhandelingen.
Download hier printversie van dit artikel