De eerste fase van de sectorale onderhandelingen is achter de rug. In maart hebben wij – samen met de andere vakbonden – voor alle metaalsectoren gemeenschappelijke eisenbundels overgemaakt aan de werkgeversorganisaties.
Deze eisenbundels kwamen tot stand na overleg met onze secretarissen en afgevaardigden. Zij weten immers als geen ander wat er leeft op de vloer. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat onze voornaamste eis betrekking heeft op de verhoging van de koopkracht. Na jaren van loonmatiging – de indexsprong en de loonstop liggen nog vers in het geheugen – snakken de mensen naar een merkbare verbetering op dit vlak. Wij zullen dan ook het onderste uit de kan halen om de loonnorm van 1,1 % maximaal in te vullen in al onze sectoren.
Ook werkbaar werk is een van onze centrale eisen. De recente sociale conflicten op Volvo Trucks en CNH Industrial illustreerden eens te meer dat hier nog veel werk aan de winkel is. We vragen onder meer verbeteringen in het anciënniteits- en loopbaanverlof en een versterking van het recht op opleiding. Uiteraard willen we ook dat er zo snel mogelijk wordt ingetekend op de NAR-cao’s inzake tijdskrediet en landingsbanen.
Daarnaast is er aandacht voor de vele maatschappelijke uitdagingen zoals deze in het IPA werden geformuleerd (mobiliteit, innovatie, burn-out, ...). We vragen engagementen om hierover in onze sectoren concrete stappen te zetten.
Bovenstaande eisen zijn voor ons de evidentie zelve, maar voor de werkgevers niet ... . Reeds meerdere keren kregen we te horen dat de 1,1 %-loonsverhoging weliswaar onderhandelbaar maar allesbehalve verworven is. Ook wanneer het gaat over werkbaar werk, wordt in eerste instantie alleen maar naar de kostprijs op korte termijn gekeken. Bovendien willen de werkgevers, met de wet-Peeters in de hand, maar al te graag de bestaande flexibiliteitsregelingen uitbreiden (verhogen van de overurengrens, invoeren van het plus minus conto, vrijwillige overuren, ...)
Niets is dus vanzelfsprekend. En er zal keihard moeten worden onderhandeld. Maar laat ons duidelijk zijn: een reële verhoging van de koopkracht en meer werkbaar werk zijn voor ons prioritair. En de – soms absurde – werkgeverseisen voor meer flexibiliteit zullen we zoveel mogelijk proberen in te dammen.
Ten laatste tegen half april zal voor al onze sectoren de eerste onderhandelingsronde achter de rug zijn. We houden jullie op de hoogte!