Op woensdag 4 en donderdag 5 november vond de Europese Ondernemingsraad van Umicore plaats in Rodez, Frankrijk. Florian Moritz van de Duitse bond DGB presenteerde het TTIP. Het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (Engels: Transatlantic Trade and Investment Partnership, TTIP) is een voorgesteld vrijhandelsverdrag, waarover wordt onderhandeld tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten.
De DGB, Duitse socialistische vakbond, heeft zich vrij vroeg gepositioneerd over het TTIP. Het standpunt van de DGB over TTIP en het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada (CETA) werd herbevestigd op het DGB-congres van mei 2015.
Ook al stellen verschillende studies dat het TTIP voor een extra groei van 0,48 % per jaar zal zorgen en mogelijks netto 1.800 jobs zal creëren, zijn er evenveel studies die deze cijfers betwijfelen en uitgaan van een netto jobverlies. Met andere woorden, de macro-economische cijfers zijn niet overtuigend voor de DGB. De DGB ziet een aantal gevaren op milieu, gezondheid en arbeidsvoorwaarden. Het TTIP zou kunnen zorgen voor een neerwaartse harmonisering van de arbeidsvoorwaarden. Als je weet dat de VS 6 van de 8 standaarden van de Internationale Arbeidsorganisatie niet heeft goedgekeurd, dan is de kans niet irreëel. De VS kent geen ontslagbescherming. Bepaalde staten in de VS bestrijden openlijk vakbonden. Het Internationaal vakbondskoepel ITUC stelt in dat de VS systematisch de werknemersrechten schendt. Het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord (NAFTA) tussen de VS, Canada en Mexico heeft in de VS en Canada gezorgd voor het verlies van goede arbeidsplaatsen in de industrie en vervanging door onderbetaalde jobs in de dienstensector met nepstatuten.
Een ander problematisch hoofdstuk in het TTIP is de lijst van de sectoren die niet geprivatiseerd worden. Dat houdt dus ook in dan de rest kan geprivatiseerd worden. Eens die sectoren geprivatiseerd, dan kan een staat, regio of stad/gemeente niet meer terugkomen op die beslissing. De DGB vreest dat het TTIP voor een verdere liberalisering van onze economie zal zorgen.
Het TTIP voorziet ook in een internationaal arbitragehof (het fameuse ISDS) om twisten tussen ondernemingen en staten te regelen. Het ISDS is privé en kan verreikende financiële gevolgen hebben voor staten en regio's. Het ISDS handelt als een rechtbank, zonder de mogelijkheid om beroep aan te tekenen.
Kristel Debacker van het federaal ABVV lichtte het REFIT toe, alsook de ‘better regulation’-politiek van de Europese Commissie. Met dit beleid van “better regulation” wil de EU de administratieve regels verminderen voor de (kleine) ondernemingen. Het ABVV en het Europees Vakverbond steunen dit initiatief voor zover dit geen excuus is voor een verdere deregulering, slechtere arbeidsvoorwaarden, minder bescherming en slechts mits er respect is voor het sociaal overleg.
‘Better regulation’ heeft alleszins een impact op de boekhoudrichtlijn en op één cao tussen de werkgevers en bonden. In België betekent dit dat de verplichtingen naar kleine entiteiten worden versoepeld - lees: er komt minder informatie. In Frankrijk worden de jaarrekeningen niet meer gepubliceerd indien de onderneming daarom vraagt. Verder weigert de Europese Commissie om de cao tussen bonden en werkgevers rond arbeidsvoorwaarden in kapperszaken om te zetten omdat dit voor meer administratie zou zorgen voor de KMO's.
In de namiddag bezochten de leden van de EOR de site van Viviez. De Vieille Montagne-fabriek in Viviez was van 1855 tot 1987 een zinksmelter. In 1987 werd de smelter stilgelegd. De warmwals bleef over met 130 werknemers en de vervuiling. In 2003 nam Umicore de beslissing om de site en de gronden rond de site te saneren. De afval van het thermisch smelten in Dunet, de goethite op de Igue du Mas-heuvel en de gronden onder het spoorweg in Laubarède werden gesaneerd in verschillende processen. Het eindelijk restafval zal gestockeerd worden in een stort gelegen in Montplaisir. De totale kostprijs van de sanering loopt in de miljoenen euro's. Vandaag telt de site 210 werknemers en is Viviez gespecialiseerd in het walsen en bedekken van zinkplaten.