In de Europese Unie werden vorig jaar 9,7 miljoen auto's verkocht. Het minste sedert 1986. In het recordjaar 2019 werden 13 miljoen wagens verkocht. De neergang begon in 2020. Dat jaar dook het aantal verkochte auto’s onder de 10 miljoen (9,94 miljoen), een terugval met 30 procent. De belangrijkste reden is het tekort aan onderdelen, vooral aan chips. Hierdoor werden de assemblagelijnen in zowat alle Europese autofabrieken wekenlang stilgelegd.

Ford kreeg de grootste klap (-19 procent), ook Renault (-16,3 procent), Mercedes (-12,5 procent) en Nissan (-14,2 procent) deden het niet goed. BMW en Volvo daarentegen zagen hun verkoop licht toenemen met respectievelijk 1,2 en 1,1 procent. BMW was in België het best verkochte merk. Goedkope merken – met minder elektronische opties en er minder chips - zoals Dacia (+1,3 procent) of Seat (+6,8 procent) zagen de verkoop wel stijgen. Ook de Zuid-Koreaanse merken Hyundai (+21,6 procent) en Kia (+ 20,6 procent) deden het zeer goed.

Ook in 2022 wordt geen grote trendbreuk verwacht. Door omikron zijn de economische vooruitzichten minder goed en de chipschaarste zal nog een tijd voortduren. Zelfs als de verkoop licht stijgt,, zal de markt nog ver verwijderd zijn van het pre-crisisniveau.