In gesprek met ... Vincent Deganck.
Bonjour, je m’appelle Vincent. Je suis votre délégué de la FGTB. Met deze woorden begin ik in de meeste gevallen aan het onthaal van een nieuwe collega bij Vandewiele-Ferromatrix. In ietwat gebroken Frans met vervoegingen en een zinsbouw die nu en dan wel wat beter kunnen ga ik dan verder met mijn uitleg.
Een trend die we al enkele jaren waarnemen in de West-Vlaamse grensstreek zet zich in een snel groeiend tempo verder. Werkgevers zien Franse grensarbeiders heel vaak als enige oplossing om de krapte op de arbeidsmarkt te kunnen invullen. In de streek rond Kortrijk ligt de werkloosheidsgraad net boven de 4 %, waarbij we heel sterk scoren ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Bovendien zijn de vooruitzichten dat deze trend zich zal verder zetten naar de toekomst. De instroom van schoolverlaters in de technische richtingen die lager is dan de uitstroom in het kader van eindeloopbaan zal West-Vlaamse werkgevers er nog meer toe aanzetten om de Franse arbeidsmarkt aan te spreken. Creatievere werkgevers zien dan weer in formules als een cafetariaplan de oplossing om de concurrentie op de arbeidsmarkt aan te gaan.
Net zoals een collega met een donkere huidskleur op weinig enthousiasme kan rekenen bij sommige werknemers, kampen ook de Franse werknemers met hetzelfde probleem. Bovendien hebben heel veel Noord-Franse collega’s dan nog eens Noord-Afrikaanse roots. Het is ook niet eenvoudig om een collega die een andere taal spreekt op te leiden en de knepen van het vak te leren. Je zal als Nederlandstalige of Franstalige ook al rapper geneigd zijn om bijvoorbeeld over het voorbije weekend na te keuvelen met iemand die dezelfde taal spreekt. Veel verder dan ludieke uitspraken als “een bitje .... en nie betoale” komen de meeste conversaties tussen Nederlands- en Franstaligen niet. Dialecten spelen hier ook rol in. Buiten West-Vlaanderen zijn er maar weinigen die het West-Vlaamse taaltje begrijpen ;-). De Noord-Fransen, les ch’ti, zijn zo een beetje de West-Vlamingen van Frankrijk. Buiten inwoners uit eigen hun regio, moeten de meeste ook al een ferme inspanning doen om ze te begrijpen.
Vandewiele ligt zo ongeveer op 10 km van de Franse grens en nog dichter bij de taalgrens met Wallonië. Op een totale arbeiderspopulatie van 550 werknemers (incl. uitzendkrachten) is een vierde Franstalig en een vijfde woonachtig in Noord- Frankrijk. De instroom van Walen is in de afgelopen jaren sterk afgenomen, wat deels te maken heeft met de verbeterde economische situatie in Henegouwen. Vooral dan in de streek van Moeskroen, Bergen en Doornik.
Frankrijk heeft in de voorbije jaren zijn werkloosheidscijfers zien toenemen van 10 % tot meer dan 14 %. Vooral het platteland, waar er weinig industrie is, en de dichtbevolkte streken zoals Noord-Frankrijk doen het heel slecht.
Sommige van onze nieuwe Franse collega’s zijn tot een uur onderweg naar het bedrijf om hun boterham te kunnen verdienen. Hierbij krijgen ze al rap enkele euro’s per uur meer dan dat ze voor hetzelfde werk in Frankrijk zouden krijgen. Grensarbeiders die al langer in België aan het werk zijn, genieten vaak ook het fiscaal voordeel waarbij ze belast worden in het woonland in plaats van in het werkland. In Frankrijk ligt de inkomstenbelasting een stuk lager dan in België. Een gegeven dat al rap voor wat afgunst zorgt tussen werknemers als ze hun nettoloon beginnen te vergelijken.
Werken met grensarbeiders creëert dus heel wat spanningsvelden bij de werknemers onder elkaar. Ook als vakbond zijn we verplicht om ons hieraan aan te passen. Er zijn heel wat verschillen in de rechten en plichten voor grensarbeiders ten opzichte van de arbeiders die in België wonen. Alleen al op het gebied van sociale zekerheid zijn er heel wat specifieke regels die afwijken van de rest. We zijn genoodzaakt om ons daar verder in te verdiepen zodoende antwoorden te kunnen geven op de vele vragen die we van de grensarbeiders krijgen. En het moet gezegd, de autonomie van de verschillende ABVV-gewesten bemoeilijkt de zaak. Vele sluiten zich aan in Moeskroen of Doornik (Henegouwen), omdat dit dichter bij hun woonplaats ligt, de voertaal Frans is en het kantoor van Solidaris (de socialistische mutualiteit van Wallonië) er vlakbij ligt. Je krijgt het heel moeilijk uitgelegd dat het ABVV en la FGTB dezelfde organisatie is, maar dat, wanneer ze zich aansluiten in een ander gewest, je een pak minder voor ze kan betekenen.
In de jaren dat ik delegee ben en samenwerk met grensarbeiders is er alvast één ding dat blijft opvallen. Tussen alle vakbonden door vinden de grensarbeiders het vlotst hun weg richting het ABVV. Net omdat we onze normen en waarden ook in de werkelijkheid weten om te zetten.
- Democratie: Omdat we met een hoog aantal grensarbeiders geconfronteerd blijven, hebben we in 2016 ervoor gekozen om een grensarbeider op onze lijst te zetten. Een groep van meer dan 100 man kan en mag je niet negeren en verdient zijn eigen stem.
- Gelijkheid: We vertrekken van het standpunt dat het niet de taal is die ons onderscheidt, maar wel dat het ons lot als arbeider is dat ons verbindt.
- Rechtvaardigheid: Juist is juist, we blijven waakzaam voor misbruiken. Er zijn werkgevers die wel eens misbruik durven te maken van grens- en andere buitenlandse arbeiders net omdat ze minder op de hoogte zijn van de arbeidswetgeving. Belgische arbeid = Belgische verloning.
- Solidariteit: Bij syndicale actiedagen genieten we ook de steun van onze Franse collega’s. Ook al gaat het soms over zaken waar ze zelf weinig bij te winnen hebben. Omgekeerd is onze vakbond ook bereid om een steentje bij te dragen in de Franse syndicale strijd. Zo denk ik bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van ABVV West-Vlaanderen bij de staking in Frankrijk tegen de nieuwe arbeidswet.
Nee, het syndicale werk stopt niet aan de landsgrenzen !!!
Vincent Deganck
Delegee bij nv Van de Wiele Marke (Kortrijk)
Andere blogs van Vincent: