In gesprek met ... Kobe Hostyn.
Het is 2008. Zoals elk jaar gaf onze toenmalige werkgever een nieuwjaarsreceptie, beter gekend als het personeelsfeest. Het was een jaarlijkse traditie en iedereen keek er dan ook naar uit. Feest, een goed glas, muziek en een toespraak van de werkgever. Het werd de kortste toespraak ooit gegeven: “Collega’s, hier zijn we zoals elk jaar. Maar het zal wel het laatste jaar zijn, want ik heb het bedrijf verkocht. Graag geef ik het woord aan jullie nieuwe werkgever.”
We stonden als aan de grond genageld.
Van een bedrijf met 49,9 werknemers (het ‘jaarlijks grapje van de werkgever’) werden we overgenomen naar een bedrijf met toen duizenden werknemers. Wat positieve, maar ook negatieve zaken met zich kan meebrengen.
De overname gebeurde, gelukkig, met CAO32bis, zo kon er niets van de afspraken die op papier stonden veranderen. Toen onze nieuwe werkgever klaar was met zijn toespraak, mochten we vragen stellen. De eerste vraag was of we onze wagens nog altijd privé konden gebruiken. Door onze job beschikten we allemaal over een bedrijfswagen. Het te verwachte antwoord was natuurlijk: voorlopig wel!
Het feest dat meestal tot in de vroege uurtjes duurde was dat jaar veel sneller gedaan.
Iedere vrijdag was het de gewoonte om na het werk iets te gaan drinken met de collega’s. Enkele weken na de overname kwam aan die goede gewoonte jammer genoeg een einde. Tijdens een van deze laatste bijeenkomsten met de collega’s werd gevraagd wie zich geroepen voelde om als syndicaal afgevaardigde op te komen bij de verkiezingen in 2008. Want nu waren we met genoeg om een syndicale werking op te starten.
Zo gezegd zo gedaan. Met veel plezier en inzet stonden we op de lijst en werden we verkozen.
Tijdens een van de eerste ondernemingsraden al kreeg onze nieuwe werkgever de volle laag. Als Vikingen en zonder veel ervaring bestormden we onze nieuwe werkgever met genoeg vragen. Dit leidde soms tot geroep, dreigende taal... Het loonde in ieder geval. Voordelen zoals bedrijfswagens mochten blijven. We kregen er zelfs een mooiere wagen bovenop.
Maar we kregen ook te horen dat al onze nieuwe collega’s in PC 100 tewerkgesteld zouden worden. Oneerbiedig ook wel beter gekend als ‘de vuilnisbak van de paritaire comités’. Omdat het over de meerderheid ging, gaf onze nieuwe werkgever ineens ook mee, dat ook alle overgenomen werknemers in dit PC tewerkgesteld gingen worden. Opnieuw hadden we geluk dat we CAO 32bis hadden. Want in PC100 is er geen eindejaarspremie, geen syndicale premie...
Zo hadden we ineens onze volgende uitdaging. Alle werknemers naar een goed PC krijgen. De FOD besliste dat iedereen naar PC 149.01 moest en enkelen naar PC111. Onze werkgever ging onmiddellijk in beroep tegen deze uitspraak. Wij dachten dat we gewonnen hadden, maar de beslissing werd dus nog eens uitgesteld. Uiteindelijk loonde de strijd. Iedere werknemer mocht naar PC 149. Door de nieuwe uitspraak was PC 111 niet meer nodig, dit volgens de FOD.
Maar het was toch nog niet gedaan. Kort na de uitspraak werd een bijzondere ondernemingsraad aangekondigd. We hadden de indruk dat we opnieuw een nieuwe werkgever gingen krijgen. We waren juist. Van vele duizenden terug naar enkele honderden.
Maar door de vorige overname wisten we deze keer wat ons te wachten stond. We stonden dan ook klaar als Vikingen om terug al onze voordelen te beschermen. Sinds de nieuwe overname van 2013 is het, gelukkig, nog altijd dezelfde werkgever.
Al zijn er, door vele overnames, wel weer heel wat bedrijven bijgekomen.
Na al die jaren is het duidelijk dat onze Viking-stijl loont. Na alle overnames hebben we geleerd dat het niet zo is dat het gras alleen maar groener is aan de overkant. Er zijn altijd problemen, bij elke onderneming. Dialoog en veel praten zijn op tot op vandaag de weg naar succes.
Kobe Hostyn
Delegee ESAS