In gesprek met ... Erik De Vriendt.
In het kader van de klimaatconferentie in Parijs is het altijd wetenswaardig tot welke milieubesparende inspanningen bedrijven in staat zijn. Wanneer je bedrijf de intentie heeft om de eerste fabriek in België te worden die CO2-arm of -neutraal produceert kun je daar als syndicale delegatie zeker niet rouwig om zijn. CO2 of koolstofdioxide is het zwaarst verantwoordelijk voor het broeikaseffect en de opwarming van de aarde.
Iedereen zal ooit wel eens gehoord hebben van het Kyoto-protocol of de Kyoto-norm (Japan 1997) waar men de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen reguleerde of eigenlijk een wereldwijd klimaatverdrag ondertekende. De Belgische regering sloot in 1999 ‘The Benchmark Convenant’ af, waardoor bedrijven in de mogelijkheid werden gesteld om een audit te laten uitvoeren door een door de overheid erkende auditor. Door energiezuiniger te werken kon men zo enkele gunstmaatregelen verkrijgen, maar er moest wel jaarlijks gerapporteerd worden en er waren regelmatige controles.
Volvo Group Belgium is reeds een hele tijd bezig met de preventie van milieuproblemen en de klimaatproblematiek. In 1989 schakelde men reeds over van stookolie op aardgas en in 2002 behaalde ons bedrijf het ISO 14001-certificaat met betrekking tot milieubewust handelen. In 2006 werd het project opgestart om de eerste CO2-vrije onderneming in België en binnen de Volvo Groep te worden.
Als afgevaardigde was ik aanwezig toen tijdens een uitgebreid CPBW alles piekfijn uit de doeken werd gedaan om van een uitstoot van 4020 ton in 2005 naar 0 te gaan in 2007. Het leek toen wel een utopie, maar er was structureel over nagedacht.
Stap voor stap werd onze fabriek omgetoverd om minder milieubelasting te veroorzaken en werden er contracten afgesloten om met groene stroom te werken. Zo wordt er via Electrabel en hun Franse partner Alp Energie groene stroom geleverd. Milieuvriendelijke elektriciteit opgewekt in waterkrachtcentrales tussen het Meer van Genève en de Rhône in het district Rhône-Alpes.
Van 2005 tot 2006 werden lichtstraten van 20 meter bij 50 meter in het dak geplaatst om maximaal gebruik te maken van het daglicht. In combinatie met lichte verftinten op de muren kan men zo het elektriciteitsverbruik een stuk verminderen.
Naast het bestaande ketelhuis werd een nieuw ketelhuis opgebouwd uit natuurlijke en herbruikbare materialen. De verwarmingsketels werden stuk voor stuk ontmanteld, eentje werd afgebroken en vervangen door een brander op houtpellets, de tweede werd met een duo-brander uitgerust, zodat hij kon functioneren zowel op bio-olie als op aardgas. Aardgas wordt echter enkel gebruikt in noodsituaties. De derde werd gewoon ontmanteld.
Ondertussen was er een contract afgesloten met voornoemde energieleverancier om op de site 3 windmolens te plaatsen. Die 3 windmolens moeten het bedrijf voor 50 % van stroom voorzien. Met de groene stroom, de windmolens en de biomassacentrale werd er in theorie CO2-vrij productie geleverd. Voor de Volvo Groep was dit echter nog niet genoeg, milieuvriendelijke energie produceren is één ding, op energie besparen is nog een andere zaak.
Er werden dus nog enkele milieuvriendelijke projecten onderzocht en uitgevoerd. Men liet een thermische analyse uitvoeren om warmteverliezen op te sporen en begon efficiënter te isoleren. Door het plaatsen van isolerende beglazing en een gestuurde zonnewering kon men de temperatuur in de productiehal veel beter onder controle houden, de airco-installatie in de burelen werd vervangen door een andere die werkt op ozonvriendelijke gassen. Een comfortabele thermische werkomgeving in alle gebouwen op de site wordt door een computersysteem opgevolgd en indien nodig bijgestuurd waar nodig. Zelfs de bediening van de verlichting werd aangepast naar kleinere zones, zo is het mogelijk om in zones waar op bepaalde tijdstippen niet gewerkt wordt, de verlichting volledig uit te schakelen en zo elektriciteit te sparen.
Een houtpelletketel kun je natuurlijk niet opstarten zonder elektriciteit, daarvoor plaatste men op het dak van de biomassacentrale 150 zonnepanelen die een piekvermogen opleveren van 30 Kw. Om sanitair warm water te verkrijgen wordt er gebruik gemaakt van zonneboilers.
Toen in 2007 de activiteiten van Volvo Logistics van het in de haven gelegen Skaldenpark verhuisden naar de site in Oostakker diende men voor een nieuw gebouw te zorgen. Er werd gekozen om dit gebouw te bouwen volgens het passiefhuisprincipe, om zowel tijdens de zomer als tijdens de winter goede klimatologische werkomstandigheden te creëren zonder gebruik te maken van traditionele verwarming en koelsystemen.
Een uitstoot van 14.000 ton CO2 in 2004 naar 0 in 2007: het is dus mogelijk. En wanneer we onze toekomst willen waarborgen zullen we met z’n allen wereldwijd nog veel meer inspanningen moeten leveren.
In Parijs was het 5 voor 12. De COP21 zagen dat in en er werd op de valreep een akkoord bereikt. De industriële competitiviteit en de drang naar winstbejag mogen geen voorrang krijgen op een gezonde leefbare wereld voor de komende generaties
Erik De Vriendt
Delegee Volvo Trucks Gent
Andere blogs van Erik: