De samenleving

Lees hier gevarieerde blogs vanuit de gelijkgezinde samenleving. Aan het woord laten we specialisten binnen ABVV-Metaal en uit progressieve middenveldsorganisaties.

 

In gesprek met... Vera Claes.

Op 8 maart staakten de vrouwen om aandacht te vragen voor de discriminaties die vrouwen op alle gebied nog dagelijks ondervinden. Nooit eerder was er zoveel verontwaardiging en bereidheid om op internationale vrouwendag op straat te komen.

Met zij-kant begon ik ’s ochtends vroeg met een actie aan Berchem-station. We gaven de pendelaars een postkaart en vroegen hen om de zin “Zonder vrouwen…” aan te vullen met hun persoonlijke boodschap. Het kaartje konden ze nadien aan hun favoriete vrouw geven. Merkwaardig genoeg waren er amper negatieve of flauwe opmerkingen op onze vraag. Niemand die het zinnetje aanvulde met een schampere opmerking, geen denigrerende bedenkingen, integendeel veel bijval, opvallend genoeg ook van mannen, jong en oud.

Later op de dag sloot ik samen met de andere Ladies in red aan bij de Wereldvrouwenmars in Brussel. Ook hier was je de verontwaardiging en de actiebereidheid bijna tastbaar. Het is goed om zien hoe vele jonge feministen hun militantisme en vastberadenheid luid kenbaar maken, zich duidelijk bewust van de discriminaties die vrouwen ervaren. Net zoals met de klimaatmarsen is ook hier de boodschap duidelijk: de ongelijkheid moet de wereld uit, er moeten maatregelen komen, niet binnenkort, niet morgen, maar vandaag.

Een van de belangrijkste eisen op de vrouwendag is het verkleinen van de loonkloof. Toen we met zij-kant en ABVV voor de eerste keer Equal Pay Day organiseerden, nu 15 jaar geleden, hadden we niet eens duidelijke statistieken om de loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen aan te tonen. Laat staan dat iemand ervan wakker lag. Vandaag zijn er nog weinigen die de loonkloof ontkennen, ook al zijn er nog altijd die ze louter toeschrijven aan het feit dat vrouwen ervoor kiezen om slechts halftijds te werken. Intussen weten we dat er voor veel vrouwen niets anders opzit dan deeltijds te werken, omdat ze instaan voor de zorg voor kinderen of andere personen, omdat ze het huishouden runnen, of simpelweg omdat hun job niet voltijds wordt aangeboden.

Niet alleen blijft de loonkloof hardnekkig, ze is de laatste jaren ook niet meer verkleind. Hoewel we in België bij de beste Europese leerlingen zijn als het over de voltijdse uurlonen gaat, die nog amper 5 % bedragen, ligt dat anders als we het globale plaatje bekijken. Als meer dan 5 jaar blijft het echte loonverschil rond 20 % hangen. Heel bewust hanteren we hier het percentage van de maandelijkse lonen van voltijdse en deeltijdse werkers in de privésector. Het is immers wat je op het einde van de maand op je rekening ziet komen wat telt.

Vrouwendag was een uitgelezen gelegenheid om vanuit diverse hoek nieuwe cijfers en statements te doen over de loonkloof. Zo was er het nieuwe onderzoek van HR-specialist Attentia waaruit blijkt dat vrouwen minder snel loonopslag krijgen dan mannen. En dit komt niet omdat de assertieve mannen er sneller om vragen dan de zogezegd passieve vrouwen, haast het dienstenbedrijf zich eraan toe te voegen. Evenveel vrouwen als mannen vroegen loonsverhoging, maar ze kregen het gewoonweg niet. In 2018 kreeg 14 % van de mannen een individuele loonopslag, tegenover slechts 10 % van de vrouwen. Allicht is een deel van de verklaring hiervoor te zoeken bij het hogere aandeel vrouwen dat deeltijds werkt. Maar ook wanneer alleen de voltijds werkenden in beschouwing werden genomen, bleek er nog een verschil. Zo kreeg vorig jaar 16 % van de voltijds werkende mannen opslag, tegenover iets meer dan 14 % van de voltijdse vrouwen. Het beeld van de man als kostwinner wordt zo nog maar eens bevestigd.

En dan hebben we het nog niet over de extralegale voordelen waarvan mannen meer genieten dan vrouwen. In ons nieuwe Equal Pay Day-persdossier publiceren we een aantal opvallende cijfers. Zo tonen fiscale gegevens aan dat van alle loontrekkenden in de publieke en de privésector in 2014 59 % van de mannen een terugbetaling van het woon-werkverkeer genoot, ten opzichte van slechts 51 % van de vrouwen. 12 % van de mannen kreeg een bijdrage voor het aanvullend pensioen, tegenover slechts 9 % van de vrouwen. Bovendien verschillen de bedragen hier sterk: terwijl mannen gemiddeld 800 euro ontvingen, kregen vrouwen gemiddeld 503 euro. Daarnaast is de kans dat een man met een bedrijfswagen rondrijdt meer dan dubbel zo groot dan bij een vrouw van eenzelfde studieniveau.

Moeten we dan als vrouwenbeweging een campagne voeren om vrouwen te leren dat ze beter moeten onderhandelen over hun loon? Moeten we meer salariswagens voor vrouwen eisen? Met de website sosgriet.be serveerden we vrouwen al een menu om beter te onderhandelen over hun loon, maar dit is slechts een deel van de oplossing. Salariswagens zien we graag vervangen door een betere openbare mobiliteit voor iedereen. Het hele loonkloofdebat vereist een globale visie op werk.

Collectieve arbeidsduurvermindering, een loopbaan met time-out-perioden voor vrouwen en mannen, gelijk ouderschapsverlof en het optrekken van het minimumloon zijn de belangrijkste eisen die we vandaag vooropstellen. Dat is de inzet van Equal Pay Day 2019.

Aan de komende beleidsmakers om hier na de verkiezingen van 26 mei werk van te maken.

Vera Claes
Nationaal secretaris zij-kant, de progressieve vrouwenbeweging

 

Andere blogs van Vera:

Van loonkloof naar pensioenravijn

#Jaloersepoessensibiliseeroverjaloezie

Waarom ik 20% staak op 8 maart

Hoera vrouwen verdienen meer dan mannen

Van #MeToo naar #WeTogether

Man, man, man… valt er eigenlijk iets te vieren op Internationale Mannendag?