In gesprek met... Sven Hemelaers
.Hiep hiep hoera.. op 23 augustus 2017 werd de CAO opleidingsplannen voor PC 111 via Koninklijk Besluit algemeen bindend verklaard. Dit betekent dat er in alle bedrijven uit deze sector concreet aan de slag moet gegaan worden om een opleidingsplan te realiseren voor alle werknemers.
Maar gebeurt dit ook werkelijk? Slepen we die opleidingsintenties al niet meer dan een decennia mee in onze interprofessionele akkoorden? Zijn het meer dan luchtbellen die mee werden opgenomen om cao’s op te vullen? Soms lijkt het er wel op want heel wat werkgevers staan nog steeds niet open om samen met vakbondsvertegenwoordigers in de bedrijven een opleidingsplan te integreren. Maar staan wij als werknemers ook open voor verandering? Zijn we bereid om onze competenties aan te scherpen en nieuwe aan te leren?
De afgelopen 25 jaar is er heel wat veranderd in onze industrie en daarmee gepaard ook het soort werk dat men dagdagelijks uitvoert. Een industrie waarin arbeiders enkel handenarbeid uitvoeren is vandaag geëvolueerd naar een werkomgeving waar arbeiders onderworpen worden aan de modernste technologieën en productieprocessen. Het is goed dat arbeiders meer betrokkenheid hebben in het arbeidsproces en hun taken kunnen uitvoeren aan gemoderniseerde machines maar tegelijkertijd moet ook resoluut de kaart van opleiding getrokken worden. Het is bewezen dat goed opgeleide werknemers en levenslang leren leiden naar meer job-tevredenheid, minder absenteïsme en burn-outs. Een win-win situatie voor werkgever en werknemer dus.
Waarom zijn er zo weinig opleidingsplannen?
Omdat een goed en degelijk opleidingsplan, inspanningen, tijd en centen vergt. Maar ook omdat sommige werkgevers vinden dat opleiding iets is waar enkel zij moeten mee bezig zijn. Dit leid naar situaties in bedrijven waar opleiding enkel gericht is op individuen met het oog op specialisatie. Uiteraard moeten de geschoolde arbeiders ook kunnen genieten van een bijkomende opleiding, maar zeer vaak zijn het de ongeschoolde arbeiders die nauwelijks betrokken worden in het verwerven van extra competenties. Het integreren van een degelijk opleidingsplan waarin iedereen kansen krijgt is vandaag meer dan ooit noodzakelijk. De digitalisering van onze industrie is aan een verschroeiende opmars bezig en als we de kaart van opleiding niet trekken zullen de jobs van ongeschoolde arbeiders meer dan ooit onder druk komen te staan.
Zowel de werknemer als werkgever heeft baat bij een goed onderbouwd opleidingsplan maar dit zal inspanningen vragen van alle betrokken partijen.
Hoe pak je dit aan?
• Breng samen met je syndicaal team in kaart wat volgens jullie de opleidingsbehoeften zijn in het bedrijf en bereid een goed dossier voor.
• Plaats het integreren van een opleidingsplan op de agenda van de ondernemingsraad maar ook bij uitbreiding op de agenda van het CPBW en de syndicale delegatie.
• Schenk bijzonder veel aandacht aan de doelstelling dat opleiding toegankelijk moet zijn voor iedereen in het bedrijf.
• Controleer je werkgever via de overlegorganen en vraag alle informatie op. Je hebt er recht op!
• Zorg dat het bedrijf in overleg met de vakbond een gespecialiseerde externe partner betrekt. Een bekwame externe partner brengt alle opleidingsbehoeften en de daaraan verbonden competenties in kaart en bewaakt dat de behoeften van de verschillende partners aan bod komen.
Wanneer je een degelijk opleidingsplan opmaakt zijn er uiteraard ook mogelijkheden om een groot deel van de opleidingskosten te recupereren.
Bevat de opleiding minstens 32u en is ze erkend dan kan een groot deel van de loonkost gerecupereerd worden via het fonds voor betaald educatief verlof. Bijkomend kan je werkgever voor verschillende opleidingen ook subsidies krijgen via de sectorale opleidingsfondsen. In het PC 111 gebeurt dat via INOM, het paritair opleidingsfonds voor arbeiders in de metaal en de hoogtechnologische industrie.
Is er een degelijk opleidingsplan in het bedrijf en de ondernemingsraad is ruim en voldoende betrokken dan kan de werkgevers ook daar een deel van de kost recupereren.
Vergeet nooit regel nummer 1: Zorg ervoor dat iedereen in je bedrijf kansen en toegang krijgt tot opleiding.
De stok achter de deur
Te vaak stellen we vast dat er heel wat misbruiken zijn. Ook hier heb je als afgevaardigde een belangrijke taak te vervullen. Je werkgever is via de OR verplicht je maandelijks, trimestrieel en jaarlijks (via EFI) informatie te geven over het opleidingsbeleid in je bedrijf.
Maar wat stellen we in de realiteit vast? Als men al informatie geeft, beperkt zich dit louter tot het melden van aanvragen tot subsidies. Maar ook hier heb je een stok achter de deur? Je werkgever moet immers aan jou goedkeuring vragen als hij een subsidiedossier wil indienen? Al is het al voorgekomen dat een werkgever zelf een handtekening zet onder de subsidieaanvraag zonder weten van de betrokken afgevaardigde. Zo worden er ook dossiers ingediend bij het fonds voor betaald educatief verlof voor bepaalde opleidingen en dit zonder medeweten van de betrokken medewerker in het bedrijf. Alert zijn is de boodschap.
Staat opleiding bij jou bedrijf reeds op de agenda staat? Controleer dan of alles wel correct wordt toegepast en adviseer verbeteringen. Laat het thema nooit los. Opleidingen is iets wat steeds voor verbetering vatbaar is en dus permanent moet worden opgevolgd.
Als je na het lezen van deze blog tot de conclusie komt dat jouw werkgever je hier weinig tot nooit heeft over ingelicht, dan is er iets niet pluis en kan je er dus mee aan de slag. Stel je misbruiken vast, neem dan zeker contact op met je bevoegde secretaris.
Succes!
Sven Hemelaers
Vormingswerker ABVV Metaal
Andere blogs van Sven: