In gesprek met ... Isabelle Van Hiel.
Als het mooi weer wordt en de dagen beginnen te lengen, kan je in de buurt van scholen mensen op stoelen of op de grond zien zitten. Vaak hebben ze campingtafels bij, waarop plastieken bekertjes en thermossen met koffie staan. Sommige hebben kinderen mee die op straat spelen of in het gras of zand wroeten. Beelden uit een derdewereldland? Nee, dit gebeurt in Vlaanderen. Het zijn ouders die op school een plaatsje proberen te bemachtigen voor hun kind.
Kamperen aan een school, zelf heb ik het ook gedaan. Drie jaar geleden moest de oudste dochter in een kleuterschool worden ingeschreven. Mijn oog viel op een fijne school op 1 kilometer van ons huis. De school is kleinschalig, heeft een grote tuin, en een onderwijsproject waar ik achter sta. Helaas waren er maar vier vrije plaatsen.
Een van de vier moest ik hebben. Ik had de strijd goed voorbereid. Ik was naar de infodag geweest en wist dat het jaar voordien ouders al een dag hadden gekampeerd. Ik nam dus twee dagen vakantie. De eerste dag wandelde ik drie keer langs de school. Gelukkig, nog niemand. De tweede dag deed ik weer mijn ronde. Rond 11 u bleek de eerste ouder aangekomen. Tegen dat ik er was, was ik derde.
Het was mooi weer drie jaar geleden. En het kamperen was best gezellig. Van de school mochten we na de schooluren in een zaal overnachten en de tuin gebruiken. We hebben in de tuin nog uren nagepraat. Nog steeds ben ik bevriend met de andere ouders.
Begrijp mij goed, ik wil mensen niet aanmoedigen om te gaan kamperen. Ik vind kamperen aan scholen geen goed systeem, maar het verzekerde mijn dochter een plaats op een leuke school. Ik maakte een afweging tussen mijn principes en het belang van mijn kind, en kamperen diende dit belang het best. Een dag of twee vakantie opofferen voor dit doel leek mij redelijk en verdedigbaar.
Dat ik daarmee bijdroeg aan de instandhouding van een systeem, dat zich steeds uitbreidt, daar ben ik mij van bewust. Het jaar nadien stond de eerste ouder er al een week vooraf. Een jaar later nog vroeger. En waar wij niks bijhadden, komen de ouders nu postvatten in bestelwagens en mobilhomes. Wie kan zich dat nog veroorloven?
Best veel ouders blijkbaar, en ze hebben het er voor over ook. Je hoeft het ook maar één keer te doen. Eens de school geregeld voor je eerste kind, hebben de andere kinderen voorrang (althans voor de basisschool, in het middelbaar begint het kamperen opnieuw). De jongste dochter dit jaar inschrijven, ging dus heel wat vlotter. Toch ben ik ook haar de eerste dag van de inschrijvingsperiode gaan aanmelden. De voorrang geldt maar gedurende een beperkte tijd en je weet nooit hoeveel andere broers/zussen nog opduiken ...
Inschrijvingsstress noem ik het, en het doet zich trouwens niet alleen voor bij scholen. Dat er veel gegadigden zijn voor weinig, begint een algemeen gegeven te worden. Al eens geprobeerd je kind in te schrijven voor een activiteit op zaterdag of een kamp tijdens de vakantie? Zelfs een ticket voor een kindervoorstelling is een begeerd goed. Vaak moet je als ouder op het uur waarop de inschrijvingen worden geopend aan je pc zitten om in te schrijven. Een half uur later zijn alle plaatsen benomen.
Het feit dat er een vaste inschrijvingsdatum is en het bestaan van voorrangsregels zijn hier niet vreemd aan. Beide leiden tot druk om je sneller aan te melden dan je anders zou doen. Bovendien gaat het om een belangrijke keuze. Eens gekozen, kan je je kind nog moeilijk van school veranderen. Alle scholen zitten dan al vol.
De minister van Onderwijs ontkent nochtans het bestaan van een probleem: volgens haar is kamperen echt niet nodig. Er is plaats genoeg in andere scholen. Globaal bekeken zou dat misschien kunnen kloppen. In scholen waar je niet kan of wil inschrijven, is er vast nog wel een plaats te vinden.
Maak maar eens de vergelijking. De VDAB heeft ook een hele hoop werkaanbiedingen op de site. Sommige staan er wel vier keer op en meestal is er een goede reden waarom ze niet ingevuld geraken. Die jobs moeten volgens de regering ook worden ingevuld, dus moeten ouders voor de keuze van een school ook maar niet zo veeleisend zijn.
Toch zou ik zelfs globaal betwijfelen dat er genoeg vrije plaatsen zijn. Het aantal kinderen dat een school nodig heeft, stijgt immers elk jaar. Er komen vooral in de steden meer kinderen bij en meer van hen gaan naar de kleuterschool, iets wat door het beleid wordt aangemoedigd. Dat beleid stelt tegelijk niet de middelen ter beschikking om extra plaatsen te voorzien.
Om die reden geloof ik ook niet in elektronisch inschrijven. In Brussel wordt met een inschrijvingssysteem gewerkt, toch was er vorig jaar voor 1200 kinderen geen school. Het enig voordeel aan elektronisch inschrijven, is dat daardoor duidelijk wordt hoe groot het tekort is. Verder is het niet meer dan een lapmiddel. Een middel om de schaarste te verdelen. Het biedt dan ook geen oplossing voor de kern van de zaak. Er zijn gewoon te weinig vrije plaatsen in scholen waar ouders hun kinderen willen inschrijven. Beter dan ouders met de vinger te wijzen, zou de minister het probleem moeten aanpakken door meer te investeren in scholen. Goede scholen voor alle kinderen. Mijn dochter ging nog geen enkele dag met tegenzin naar school. Dat wens ik alle ouders toe.
Isabelle Van Hiel
Adviseur ABVV-Metaal