In gesprek met ... Adri Craens.
De kunst van het zaaien is van groot belang, wil je een mooie oogst hebben in 2017. Ieder die een moestuin heeft kent dit wel ... een mooie oogst start met de kunst van het zaaien. Verse kiemen moeten tegen heel wat kunnen om te overleven en te groeien tot een mooie opbrengst. Denk maar aan schimmels, ziektes, weersomstandigheden als nachtvorst en hagelbuien die wie niet in de hand hebben of geduchte tegenstanders als vogels en muizen.
Wat dan belangrijk is, is dat je je moestuin kent, dat je een plan maakt, dat je weet wat je zaait en vooral hoeveel en zo fijn en perfect mogelijk. Een goed plan en een nette start zijn dus belangrijk.
Een goed welzijnsbeleid op het werk start ook op deze basis. Zie dat je alle soorten welzijnsrisico’s kent in de onderneming (bijvoorbeeld: werken in een luidruchtige omgeving leidt tot gehoorschade maar is ook zeer stresserend), zorg voor een brede kennis van de opties als preventiemaatregelen en kom tot een planmatige aanpak om die welzijnsrisico’s aan te pakken. Zo kan elke werknemer werken in een veilige en gezonde werkomgeving.

Actieplan ten laatste op 1 november!!
Ondernemingen mogen namelijk niet wachten tot zich ongevallen voordoen, maar moeten proactief een preventiebeleid voeren. De welzijnswet legt elke werkgever op om preventiemaatregelen te structureren en te vertalen in twee plannen: het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan. Het jaarlijks actieplan moet rond deze periode opgesteld worden en ten laatste op 1 november voorgelegd worden aan het CPBW.
Bron: Codex over het welzijn op het werk, Titel I, Hoofdstuk III, art. 11 & 12)
Wat moet er in dat jaarlijks actieplan staan?
Het jaarlijks actieplan is gebaseerd op het globale preventieplan, en bevat de volgende zaken:
De prioritaire doelstellingen om het welzijn op het werk te waarborgen;
De middelen en methodes om deze doelstellingen te bereiken;
De opdrachten, verplichtingen en middelen voor alle betrokken partijen op de werkvloer;
De aanpassingen die moeten worden aangebracht aan het globale preventieplan naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden binnen het bedrijf of op de werkvloer, de ongevallen en incidenten die zich in de onderneming hebben voorgedaan, het jaarverslag van de interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk van het voorbije jaar en de adviezen van het Comité tijdens het voorbije jaar;
Een tijdschema voor de uitvoering van het jaarlijks actieplan.

Tips bij de opmaak van het jaarlijks actieplan
- Zorg dat het JAP aangepast is aan de noden van het eigen bedrijf. Het is niet zinvol om een standaard-JAP over te nemen van ergens anders. Binnen elk bedrijf zijn de aard van de uitgeoefende activiteiten, het aantal werknemers en de specifieke risico-omstandigheden immers anders.
- Hou het JAP realistisch. Het is beter om een minder groot plan te ontwerpen met degelijke en concrete maatregelen, dan een ambitieus plan dat op termijn niet te realiseren valt.
- Let erop dat de methodes, opdrachten, verplichtingen en middelen steeds duidelijk geformuleerd zijn voor alle betrokken partijen.
- Volg de uitvoering van het JAP ook regelmatig op en ga regelmatig eens overleggen met de interne preventieadviseur over de stand van zaken. Indien de uitvoering niet correct verloopt of een achterstand heeft, kun je dit aankaarten op het CPBW.
Hoe verloopt de procedure van het jaarlijks actieplan verder?
- Tussen 1 november en 31 december
Het Jaarlijks Actieplan wordt besproken in het CPBW da ter een advies over uitbrengt. Indien je niet uit de discussie raakt, is het belangrijk dat je een extra buitengewone vergadering laat samenkomen en het niet laat aanslepen. Hiervoor kan meer dan één vergadering vereist zijn (op verzoek van minstens één derde van de werknemersvertegenwoordigers).
- Vanaf 1 januari
Het Jaarlijks Actieplan treedt sowieso op 1 januari in werking. Het Jaarlijks Actieplan wordt door de preventieadviseur uitgehangen. Elke maand moet het maandverslag van de preventieadviseur vermelden hoever het met de toepassing van het Jaarlijks Actieplan staat en wat er nog gebeuren moet.
Om het welzijn van de werknemers te bevorderen moet de werkgever de volgende preventiebeginselen in acht nemen:
1. risico’s voorkomen;
2. een evaluatie maken van risico’s die niet kunnen worden voorkomen;
3. bestrijding van de risico’s bij de bron;
4. wat gevaarlijk is vervangen door wat niet of minder gevaarlijk is;
5. voorrang geven aan collectieve bescherming, boven individuele bescherming;
6. aanpassing van het werk aan de mens;
7. zo veel mogelijk de risico’s inperken;
8. de risico’s op een ernstig letsel inperken door het nemen van concrete, materiële maatregelen;
9. preventie plannen;
10. werknemers inlichten over de mogelijke risico’s;
11. werknemers de passende opleiding geven.
Veel succes en een mooie oogst.
Adri Craens
Vormingswerker ABVV-Metaal
Andere blogs van Adri:
Naar nul arbeidsongevallen met controlekaart voor delegees
Wil jij mijn peter/meter zijn?
Be a hero ... streef naar zero arbeidsongevallen
Hoe actief meewerken aan welzijn op het werk?
Ook op Facebook met sterke krachten vooruit
Dossier burn-out: wat de overheid erover zegt (maar er niet per se aan doet)