In gesprek met ... Fidel Gavilan.
Eind vorig jaar titelde de Duitse conservatieve krant Frankfurter Allgemeine Zeitung op zijn website: “Laagste werkloosheidspeil sinds 1991.” Voor het Duits financieel dagblad Handelsblatt is het “aantal werklozen (ge)zakt naar een record dieptepunt”. Het aantal werklozen daalden in Duitsland gedurende de maand november 2015 met 16.000 tot een ongeziene 2,633 miljoen werklozen. Dit zijn 84.000 werklozen minder dan een jaar eerder. De werkloosheidspercentage ligt in Duitsland op 6 procent. Dit is het laagste peil sinds 1991!
Opvallend genoeg daalt het aantal gewerkte uren per werknemer sinds 1991, hetgeen wijst om meer deeltijdse arbeid ten nadele van een voltijdse betrekking.
Keerzijde van de medaille is de stijgende armoede. Duitsland is het OESO-land waar de inkomensongelijkheid en de armoede het sterkst gestegen is sinds 2000 volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het Duitse ministerie van Arbeid publiceerde in november 2015 de nieuwe armoedecijfers. De armoede is in 2014 opnieuw gestegen. Eén Duitser op vijf (20,6 procent) loopt het risico op armoede, dat zijn 16,5 miljoen mensen, 300.000 meer als een jaar eerder. Iemand loopt het risico op armoede als hij of zij minder dan 60 procent van het gemiddeld inkomen geniet. Voor een alleenstaande komt dit neer op 987 euro. Voor 2 volwassenen met 2 kinderen ligt de grens op 2072 euro per maand.
Van die 16 miljoen Duitsers leefden eind 2013 3,1 miljoen Duitsers in absolute armoede of onder de armoedegrens. Dit is een stijging met 25 procent ten aanzien van eind 2008, toen telde het land 2,5 miljoen (absolute) armen. Problematisch is vooral de armoede bij kinderen, ouderen en zwak opgeleide Duitsers.
Een studie in opdracht van de Bertelsmann Stiftung toont aan dat 2,1 miljoenen kinderen opgroeien in een gezin aan de armoedegrens. Eén kind op zeven heeft geen internet thuis. 38 procent leeft in een gezin zonder auto en 10 procent heeft onvoldoende winterkledij. Meer dan helft gaat nooit naar de cinema, het theater of concerten en één op drie nodigt nooit een vriendje uit om thuis te komen eten.
Ook het aantal 65-plussers dat in armoede leeft stijgt. Waren in 2006 10,4 procent van de gepensioneerden arm, dan is hun aantal gestegen tot 14,3 procent. De hoogste armoedepercentages vindt men in Saarland, Rheinland-Pfalz en Beieren. Het zwaarst getroffen zijn vrouwen, alleenstaanden, gepensioneerden met geen of een laag opleidingsniveau en migranten.
Ook opleiding speelt een rol. Hoe slechter de opleiding, hoe meer kans om in armoede te vervallen. In 2014 liepen 30,8 procent van de slecht opgeleide Duitsers gevaar op armoede tegenover 23,1 procent in 2005.
Voor de website Armut.de zijn volgende elementen bepalend om al dan niet in armoede te vervallen: te veel schulden, geen of zwakke opleiding, gezinstoestand, migratie-achtergrond, maar ook werkloosheid en verloning spelen een rol.
Ook qua verloning scoort Duitsland slecht. Acht miljoen Duitsers werkten in 2012 voor minder dan 9,5 euro per uur in West-Duitsland en 6,87 euro per uur in Oost-Duitsland. Hun aantal in de totale tewerkstelling is gestegen van 15 procent in 1995 tot 22 procent 15 jaar later. 4 procent van alle werknemers verdienden minder dan 5 euro per uur in 2012!
Voor menig specialist is de gestegen armoede mede het gevolg van de Hartz-hervormingen onder de roodgroene regering-Schröder-Fischer. Op voorstel van de voormalige personeelsdirecteur van Volkswagen, Peter Hartz werd de arbeidsbemiddeling (onze VDAB) geprivatiseerd, werden de criteria voor aangepast werk verslechterd en werden bijstand en (langdurige) werkloosheid samengebracht. Na één jaar werkloosheid valt de Duitse werkloze in bijstand. Hij/zij moet elk jobaanbod aanvaarden, ook al biedt men een deeltijdse, interim- of mini-job aan. In Duitsland verdienen uitzendkrachten minder dan hun collega’s met een tijdelijk of vast contract voor hetzelfde werk. Bij een mini-job ga je werken voor 400 euro in de maand. Indien nodig moet de werkloze maar verhuizen. Zijn/haar uitkering hangt ook af van het gezinsinkomen en -vermogen. Heeft het gezin een voldoende inkomen, dan krijgt de werkloze geen (volledige) uitkering meer. Bezit hij/zij een huis, dan kan men de werkloze verplichten om eerst het huis te verkopen.
Op voorstel van sociaaldemocratische minister Andrea Nahles werd op 1 januari 2015 een nationaal, interprofessioneel minimumloon van 8,5 euro per uur ingevoerd. Momenteel zijn de gevolgen op de armoedecijfers onduidelijk. Benieuwd wat de Bundesministeriums für Arbeit und Soziales zal concluderen!
Fidel Gavilan
Adviseur ABVV-Metaal
Andere blogs van Fidel:
Tien aandachtspunten voor de delegee bij een EFI-analyse
2 x 10 punten om af te checken voor je aan een EFI begint
5 redenen waarom jongeren de speelbal zijn van de Vlaamse/federale regering
5 redenen waarom u het TTIP-debat hoort te volgen