De samenleving

Lees hier gevarieerde blogs vanuit de gelijkgezinde samenleving. Aan het woord laten we specialisten binnen ABVV-Metaal en uit progressieve middenveldsorganisaties.

 

In gesprek met ... Adri Craens.

Wil je als delegee actief werken aan het welzijnsbeleid op je werk? Dan is 1 november een belangrijke datum voor je!

In mijn vorige blog schreef ik over de rol van de delegee in het voorkomen van arbeidsongevallen en bij uitbreiding zijn/haar controletaak op het welzijnsbeleid van de onderneming. Hij/zij moet er dagelijks op toezien dat het geplande welzijnsbeleid, dat door de werkgever is uitgewerkt in overleg met het CPBW, wordt uitgevoerd, zodat elke werknemer kan werken in een veilige en gezonde werkomgeving.

Het ‘geplande’ welzijnsbeleid!!

Het is heel belangrijk dat je als delegee er mede voor zorgt dat het welzijnsbeleid in de onderneming geen eenmalige verklaring is van je werkgever met vele mooie beloftes. Een goed welzijnsbeleid kan pas degelijk werken als het verankerd is in een zorgsysteem dat zichzelf continu zal verbeteren. Daarbij zijn vier elementen van groot belang.

1. Programmatie van het beleid (Plannen)

2. Uitvoering van het beleid (Doen)

3. Evalueren van het beleid (Controleren)

4. Bijsturen van het beleid (Acteren)

  •  PLANNEN: Kijk naar huidige werkzaamheden en ontwerp een plan voor de verbetering van deze werkzaamheden. Stel voor deze verbetering doelstellingen vast.
  • DOEN: Voer de geplande verbetering uit. Het is de taak en rol van de werkgever en van de gehele hiërarchische lijn (kaderleden en het leidinggevend personeel) dat het op papier uitgewerkte welzijnsbeleid uiteraard ook effectief in de praktijk worden toegepast.
  • CONTROLEREN: Meet het resultaat van de verbetering en vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen.
  • ACTEREN: Bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten bij controleren.

Actieplan ten laatste op 1 november

Je zou kunnen zeggen dat de periode rond 1 november het hoogfeest is voor het CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk).

Ondernemingen mogen namelijk niet wachten tot ongevallen zich voordoen, maar moeten proactief een preventiebeleid voeren. De welzijnswet legt werkgevers op om preventiemaatregelen te structureren en te vertalen in twee plannen: het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan. Dat laatste moet rond deze periode opgesteld worden en ten laatste op 1 november voorgelegd worden aan het CPBW.
(Bron: Codex over het welzijn op het werk, Titel I, Hoofdstuk III, art. 11 & 12)

Wat moet er in dat jaarlijks actieplan staan?

Het jaarlijks actieplan is gebaseerd op het globale preventieplan, en bevat de volgende zaken:

  • De prioritaire doelstellingen om het welzijn op het werk te waarborgen.plan blogadri
  • De middelen en methodes om deze doelstellingen te bereiken.
  • De opdrachten, verplichtingen en middelen voor alle betrokken partijen op de werkvloer.
  • De aanpassingen die moeten worden aangebracht aan het globale preventieplan, en dit naar aanleiding van: gewijzigde omstandigheden binnen het bedrijf of op de werkvloer, de ongevallen en incidenten die zich in de onderneming hebben voorgedaan, het jaarverslag van de interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk van het voorbije jaar en de adviezen van het Comité tijdens het voorbije jaar.
  • Een tijdschema voor de uitvoering van het jaarlijks actieplan.

Vier belangrijke tips bij de opmaak van het jaarlijks actieplan

1. Zorg dat het JAP aangepast is aan de noden van het eigen bedrijf. Het is niet zinvol om een standaard-JAP over te nemen van ergens anders. Binnen elk bedrijf zijn de aard van de uitgeoefende activiteiten, het aantal werknemers en de specifieke risico-omstandigheden immers anders.

2. Hou het JAP realistisch. Het is beter om een minder groot plan te ontwerpen met degelijke en concrete maatregelen, dan een ambitieus plan dat op termijn niet te realiseren valt.

3. Let er op dat de methodes, opdrachten, verplichtingen en middelen steeds duidelijk geformuleerd zijn voor alle betrokken partijen.

4. Volg de uitvoering van het JAP ook regelmatig op en ga regelmatig eens overleggen met de interne preventieadviseur over de stand van zaken. Indien de uitvoering niet correct verloopt of een achterstand heeft kun je dit aankaarten op het CPBW.

Hoe verloopt de procedure van het jaarlijks actieplan verder?

  • Tussen 1 november en 31 december: bespreken en advies uitbrengen over het Jaarlijks Actieplan in het CPBW. Indien je niet uit de discussie raakt, is het belangrijk dat je een extra buitengewone vergadering laat samenkomen en het niet laat aanslepen. Hiervoor kunnen meer dan één vergadering vereist zijn (op verzoek van minstens één derde van de werknemersvertegenwoordigers).
  • Vanaf 1 januari : het Jaarlijks Actieplan treedt sowieso op 1 januari in werking. Het Jaarlijks Actieplan wordt door de preventieadviseur uitgehangen. Elke maand moet het maandverslag van de preventieadviseur vermelden hoever het met de toepassing van het Jaarlijks Actieplan staat en wat er nog gebeuren moet.

Een sterk syndicaal instrument

Voor delegees die dag in, dag uit ijveren voor betere en gezondere arbeidsomstandigheden is het Jaarlijks Actieplan een handig hulpmiddel. Enerzijds om punten te verwezenlijken die verder reiken dan het strikt wettelijk minimum, anderzijds als middel om werknemers te betrekken bij de veiligheidsproblematiek.

Als uitsmijter nog een filmpje over “Veilig werken loont”.

Adri Craens
Vomingswerker ABVV-Metaal

 

Andere blogs van Adri:

Naar nul arbeidsongevallen met controlekaart voor delegees

Wil jij mijn peter/meter zijn?

Be a hero ... streef naar zero arbeidsongevallen