In gesprek met ... Miranda Ulens
We beleven moeilijke tijden met de vluchtelingencrisis, de regeringsbesparingen, de klimaatveranderingen ... Deze ingrijpende gebeurtenissen vragen onze volledige aandacht. Toch vinden we het ook belangrijk om aandacht te besteden aan een speciaal evenement dat elke 4 jaar terugkeert: de sociale verkiezingen in de bedrijven in mei 2016.
Voor onze vakbondsmilitanten is dit een waar feest. Immers, dit geeft ons de kans om niet alleen af te toetsen of ons syndicaal werk op het terrein voldoet aan de verwachtingen van de 'kiezer', de werknemers dus, maar ook of wij als vakbond goed bezig zijn en werknemers voldoende aanspreken zodat zij voor onze vertegenwoordigers kiezen én, meer nog, zodat ze zelf voor ons kandidaat willen zijn in deze verkiezingen.
Meer dan 15 jaar geleden was ik zo een kandidate voor ABVV. Ik wou sociaal actief zijn, samenwerken aan betere sociale toekomst in mijn bedrijf en meebouwen aan een meer solidaire samenleving. Ik wou me aansluiten bij een vakbond die onderhandelt als het kan en actie voert als het moet. Een vakbond die de waarden van solidariteit, gelijkheid, rechtvaardigheid en democratie hoog in het vaandel draagt en er blijft voor vechten, elke dag weer, zoals ABVV. Ik heb van die keuze nog geen seconde spijt gehad. Eerst werd ik verkozen als ABVV-vertegenwoordiger in de ondernemingsraad van mijn bedrijf. Dit liet me toe om o.a. de financieel en economische situatie ter plaatse te bespreken, om plannen uit te werken voor de vorming en opleiding van de collega’s, om bijvoorbeeld de bepalingen inzake arbeidsduur en verlofregeling via het arbeidsreglement te onderhandelen.
Nadien werd het bedrijf, waarin ik werkte, gefusioneerd en werd ik dankzij een mandaat in de syndicale delegatie betrokken bij de fusie-onderhandelingen. De werkgever wou de arbeids- en loonvoorwaarden harmoniseren en wij hebben dankzij stevige onderhandelingen en actie in het bedrijf ervoor gezorgd dat elke werknemer kon rekenen op de best mogelijke voorwaarden die toen gebruikt werden op het terrein. Door deze onderhandelingen stelde de vakbondsverantwoordelijke van ABVV me voor om bij hen te gaan werken en werd ik verkozen tot vakbondssecretaris voor de financiële sector in Brussel. Tijdens dit mandaat heb ik gedurende meer dan 10 jaar alles gegeven om onze vakbondsleden en de personeelsleden in de sector te verdedigen in goede en in kwade tijden (de financiële crisis sloeg volop toe na 2008).
Mijn syndicaal werk werd dermate geapprecieerd dat men mij verleden jaar voorstelde om te gaan werken als federaal secretaris in ABVV, samen met o.a. Rudy Deleeuw, Caroline Copers en Jef Maes, waarbij ik als specifieke taak o.a. de werken in de Nationale ArbeidsRaad opvolg.
Zo zie je maar, syndicaal werk op het terrein laat je toe om bijkomende vaardigheden te ontwikkelen, dankzij o.a. de meer intense contacten met de collega's, het deelnemen aan onderhandelingen met de werkgever, de bredere kijk op gebeurtenissen zowel in het bedrijf als erbuiten. Je krijgt een stem om je te laten horen en om iets te doen aan sociale onrechtvaardigheden.
En, je staat er niet alleen voor! Het werken in een team, samen voor een betere werkomgeving, is één van de meest interessante aspecten in het syndicale werk. En de sleutel tot succes! Jong en oud, vrouw en man, ongeacht de afkomst, samen bundelen we onze krachten en boeken we vooruitgang.
Voor mij is het klaar en duidelijk : kandidaat zijn voor ABVV in 2016, verkozen worden en samen met volle kracht werken aan sociale vooruitgang, dàt is een uitdaging die meer dan de moeite waard is. Doen dus!
Nu, meer dan ooit is een sterk ABVV nodig, met sterke militanten op het terrein.
Miranda Ulens
Federaal Secretaris ABVV